Inspanningsastma: wat is het en wat kun je er tegen doen?

Artikelfoto

Ademhalen gaat bijna altijd 'vanzelf'. Als je hardloopt, regelt het lichaam zelf dat je sneller en dieper gaat in- en uitademen en je gaat 'hijgen'. Maar bij een zware inspanning die enkele minuten duurt kan zogenoemde inspanningsastma optreden. Deze vorm van hyperventileren kan erg vervelend zijn. Wat is inspanningsastma precies en wat doe je ertegen?

Meer dan een verkoudheid

Ademhalen kan veel moeite kosten. Dit merken veel mensen vaak pas bij een flinke verkoudheid. Het lichaam probeert dan tijdens de inspanning meer koolzuurgas uit te stoten, wat tot hyperventileren kan leiden. Koolzuurgas is een afbraakproduct van de energielevering van het lichaam. 

Gelukkig duurt een verkoudheid over het algemeen niet langer dan een paar dagen. Soms blijven de moeilijkheden met ademhalen echter terugkomen. Dit is dan niet normaal. Zeker niet als het hijgen langer aanhoudt dan bij de andere atleten, die dezelfde training afwerken, of als het overgaat in 'piepen' of hoesten. De vraag is dan of het hijgen veroorzaakt wordt door een slechte conditie of door iets anders. 

Hijgen, piepen en gieren

Bij een zware inspanning die minstens een paar minuten duurt, kan zogenoemde inspanningsastma optreden. Vooral als er gesport wordt in een koude of droge lucht, zoals bij een training binnenshuis, treden de klachten sneller op. De sporter blijft dan lang 'nahijgen', kan gaan hoesten en zelfs 'piepen' bij de uitademing. Soms treedt er daarnaast ook 'gieren' bij de inademing op. 

Meestal houden de klachten zo'n 5 tot 15 minuten na de inspanning aan. Vreemd genoeg kunnen deze klachten echter ook pas uren ná de training optreden. 

Het is bekend dat inspanningsastma vaker optreedt bij mensen die allergisch zijn. Denk hierbij aan mensen die in hun jeugd eczeem hebben gehad of te maken hebben (gehad) met astmatische bronchitis. 

Aangeboren aanleg

Zo'n 10 procent van de Nederlandse bevolking heeft een aangeboren aanleg, waarbij de kleine luchtwegen op bepaalde prikkels (sterk) kunnen vernauwen. Bij inspanningsastma reageren de luchtwegen vooral op een sterk verhoogde in- en uitademing ('hijgen'), een lage temperatuur en/of een lage vochtigheidsgraad van de lucht die ingeademd wordt, waarbij luchtverontreiniging de reactie kan verergeren.

Het is niet zo, dat mensen die aanleg hebben voor inspanningsastma, in de toekomst ook automatisch de 'gewone astma’ zullen ontwikkelen. Het omgekeerde is (bijna altijd) wel het geval. Als mensen bekend zijn met astmatische bronchitis, treedt bij hen onder invloed van lichamelijke inspanning vaak inspanningsastma op. 

Hoe zorg je voor minder last?

Natuurlijk is het lastig als je een vorm van inspanningsastma hebt. Gelukkig zijn er wel aan aantal manieren om ervoor te zorgen dat je minder last hebt van de aanleg tot het ontwikkelen van inspanningsastma. Denk hierbij aan:

  • Het kiezen van een atletiekdiscipline, waarbij het onwaarschijnlijk is dat je last krijgt van inspanningsastma 
  • Het treffen van een aantal maatregelen tijdens het sporten 
  • Het nemen van medicatie voorafgaande aan de sportbeoefening. 

Welke maatregelen kun zelf treffen? 

Als je aanleg hebt voor inspanningsastma, kun je vaak een aanval voorkomen door de volgende maatregelen te nemen:

  • Sport zoveel mogelijk in een warme, vochtige omgeving. Moet je toch in een koude omgeving sporten, probeer dan een sjaal voor de mond te dragen en blijf zolang mogelijk door de neus ademen;
  • Voer een goede warming-up uit, omdat is gebleken dat hierna tot maximaal anderhalve uur een verminderde neiging zal bestaan tot een vernauwing van de luchtwegen. Loop in het begin van de warming-up niet langer dan enkele minuten achter elkaar en las korte onderbrekingen in;
  • Bekijk zelfstandig (of samen met je trainer) of het mogelijk is om de training aan te passen. Zo kan het helpen om met een lagere intensiteit te trainen of om de lange-tempotraining te vervangen door een intervaltraining met kortere afstanden.

Hyperventileren 

Bijna altijd gaat het hijgen ten gevolge van de inspanning 'vanzelf' weer over, maar soms gaat dit hijgen na de inspanning te lang door. De sporter voelt zich kortademig en haalt in feite te snel en te diep adem. 

Bij hyperventileren ademt het lichaam te veel koolzuurgas uit, waardoor een verstoring van de zuurgraad in het bloed optreedt. Hierdoor ontstaan mogelijk lichamelijke klachten, zoals overmatig zweten, een droge mond, tintelingen rondom de mond en in de handen, misselijkheid (soms zelfs met braken), duizeligheid en soms zelfs flauwvallen. 

Niet altijd is duidelijk waardoor het hyperventileren optreedt. In sommige gevallen treedt het hyperventileren in combinatie met een (lichte) aanval van inspanningsastma op, waarbij de sporter zich natuurlijk ook 'benauwd' voelt. De sporter kan hierbij angstig worden, waardoor het hyperventileren blijft bestaan of zelfs versterkt wordt. 

Als een sporter hyperventileert, is het belangrijkste om hem of haar gerust te stellen. Vaak is dit genoeg om het hyperventileren te stoppen. Soms kan een aanval afgebroken worden door iemand in een zak te laten in- en uitademen. Maak de sporter die hyperventileert dan wel duidelijk dat hij of zij dit moet doen om het ‘te veel uitademen van koolzuurgas' tegen te gaan. 

Gepubliceerd in  Lichaam & Geest